funchi met kaas en halve kip

Funchi is de Antilliaanse versie van polenta, maispap die wordt gestort en na het afkoelen in stukken gesneden wordt. Je kan het zo eten maar even opbakken zodat de buitenkant wat krokant wordt is nog lekkerder en verdiept de smaak.

Funchi

De verhouding maïsmeel en vocht kan per merk verschillen. Meestal is het 1 op 3 of 1 op 4. Bekijk altijd even het advies op je pak maïsmeel. Zelf gebruik ik graag het merk ‘Pan’.

Wat heb je nodig

  • Mok van 400ml fijn maismeel
  • 4 mokken (wel dezelfde mok nemen) kippenbouillon
  • 200 gram belegen of oude geraspte kaas (optioneel)
  • zwarte peper uit de molen naar smaak (optioneel)
  • 50 gram roomboter
  • Olie om in te bakken

Bereiding

Breng het maïsmeel in de bouillon met de boter aan de kook. Blijf regelmatig roeren om klonten te voorkomen. Gebruik je spierballen want zodra de maispap dik wordt heb je wel wat kracht nodig.

Wanneer de maispap kookt zet je het vuur zachter. Laat het 30 tot 40 minuten zachtjes koken of tot de funchi los komt van de pan. Blijf ondertussen wel elke paar minuten roeren. Zo voorkom je dat de funchi gaat aanbakken.

Gebruik je de kaas dan voeg je die toe wanneer de funchi gaar is en roer deze goed door. Eventueel voeg je nog wat zwarte peper toe.

Stort de maispap in een ingevette schaal en laat deze volledig afkoelen. Snijd de funchi in plakken (je kan er zelfs friet van snijden). Bak de plakken in een koekenpan met een laagje olie tot deze een mooi krokant laagje hebben. Wij vinden gebakken funchi het lekkerste wanneer ze goudbruin is gekleurd.

Funchi kun je ook eten zonder te bakken, dan is het een bijgerecht of vervanger van bijvoorbeeld aardappel of rijst. Zelf kijk ik dan per gerecht of ik er wel of geen kaas aan toevoeg of dat ik bouillon gebruik of alleen water met zout. De verhoudingen veranderen niet wanneer je de kaas weglaat.

Eet smakelijk!